Onze verloving: niet volgens het boekje, maar wel perfect
De beslissing om te trouwen hadden we eigenlijk al genomen voordat er ook maar sprake was van een aanzoek. Romantisch? Nou ja… niet echt. Het begon eerder praktisch dan sprookjesachtig.
Ik had 10 jaar geleden een huisje gekocht na een vorige relatiebreuk. Mijn vriend ook. Mijn huis heb ik onlangs verkocht, en ik wilde mij inkopen bij hem. Tot de notaris ons wees op hoge registratierechten. “Het is financieel interessanter als jullie trouwen,” zei ze.
Dus de beslissing om te trouwen was genomen. Grotendeels omdat we elkaar willen beschermen moest er iets gebeuren met één van ons maar vooral omdat we ons leven samen willen verderzetten.
Alleen… ik had één wens: ik wilde wel een aanzoek.
Een klein beetje romantiek mocht er toch wel zijn.
Een verloving zonder ring
Een ring? Nee, die was er niet. Mijn grootmoeder – die ook mijn meter was – is niet zo lang geleden overleden. Ik heb een paar van haar juwelen geërfd waaronder haar trouwring. Die juwelen wilde ik ooit laten versmelten tot iets nieuws, iets dat haar bij me zou houden. Maar daar was geen haast bij. Dus vertrokken we op vakantie naar Zuid-Afrika zonder ring.
Ik wist dat. En ik wist ook dat ik geen aanzoek wou met een ring die ik op voorhand zelf had laten maken. Maar ik hoopte stiekem op dat speciale moment, ring of geen ring.
Het perfecte strand dat geen aanzoek werd
Halverwege onze reis kwamen we bij een strand dat in onze reisgids werd omschreven als “een verborgen pareltje.” Het was herfst, dus geen strandweer, maar wel zonnig genoeg voor een korte wandeling.
We parkeerden de auto, liepen het strand op… en het was magisch. De zee, de kliffen, bijna geen mensen. Ik dacht: als er ergens een perfecte plek is, dan is het hier.
We wandelden over het strand en ik voelde het kriebelen: zou hij het nu doen?
Hij gooide steentjes in het water, ik speurde het strand af. In mijn hoofd draaide al een heel scenario: hij zou een mooie steen vinden, op zijn knieën gaan en zeggen: Hier, nog geen ring, maar wel al een steen. Dat zou helemaal mijn humor zijn.
Op een gegeven moment vond ik zelf een steentje in de vorm van een hartje.
“Lijkt dit niet op een hartje?” vroeg ik hoopvol.
Zijn antwoord: “Nee.”
Ik voelde een mengeling van teleurstelling en dacht zelfs heel even: zou ik hem zelf ten huwelijk vragen?
Het idee bleef een paar seconden door mijn hoofd spoken, maar het voelde gewoon niet als mijn manier. Ik ben nochtans best geëmancipeerd, maar een aanzoek doen? Nee, dat voelde niet juist. Dat was aan hem.
Ik liet het los en pakte mijn gsm om wat berichtjes van klanten te beantwoorden. Om mijn gedachten te verzetten.
En daarmee was het moment voorbij, haha!
Op de terugweg richting de auto voelde ik teleurstelling. Wie mij kent, weet dat mijn gezicht alles verraadt. Dus toen hij vroeg: “Scheelt er iets?” antwoordde ik zoals elke vrouw dat zou doen: “Nee, hoor.”
Toen hij het opnieuw vroeg - zoals elke goede man dat zou doen - zuchtte ik en zei:
“Ja… het is gewoon… dat was hier toch wel een héél mooie plaats voor een aanzoek.”
Hij moest lachen en voegde er ook meteen aan toe dat het even in hem was opgekomen maar dat ik weeral op mijn gsm bezig was. Dus misschien had ik het moment wel zelf verpest, oeps.
Ik vertelde hem over de steen die ik had laten zien, waarvan ik dacht dat hij een hartje vormde. Voor mij was dat een stille hint: het hoeft allemaal niet groots of perfect te zijn, zelfs een steen zou genoeg zijn. Maar hij had dat totaal niet zo begrepen. Hij dacht gewoon dat ik wilde dat hij er nog wat in zee zou gooien.
Toen ik dat uitsprak, voelde ik de spanning van me afglijden. Het was eruit. Hij wist dat ik het verwachtte, dat ik hoopte dat het deze vakantie zou gebeuren. En ook al voelde het voor mij alsof dit het mooiste moment en de mooiste plek was geweest… het was voorbij. Het zaadje was geplant, nu was hij aan zet.
Het echte moment
De volgende dag trokken we naar het Tsitsikamma National Park. Ik koos de korte wandeling naar de Suspension Bridge – een hoogtepunt van het park. Maar eerlijk? Ik vond het wat tegenvallen. Een houten brug over het water en een kort stukje wandelen, dat was het.
Maar achter dat strandje bij de brug stond een klein bordje: Viewpoint →.
“Gaan we kijken?” vroeg ik.
Wat ik dacht dat een korte klim zou zijn, bleek een stevige, eindeloze trap naar boven. Mijn conditie? Laten we zeggen… niet top.
Zweet op mijn rug, vuurrode kop, en onderweg ingehaald door mensen in een witte jeansbroek.
Boven aangekomen plofte ik uitgeput op een bankje, naast de mensen in witte jeansbroek. Even op adem komen, fotootje maken en even scrollen op mijn gsm. Mijn vriend wandelde door zonder dat ik het doorhad. Hij stuurde me een berichtje: “Rust maar effe, ik ga nog tot boven en kom dan terug.”
Na een tijdje kwam ik terug tot leven en kwam mijn koppigheid boven:
Hij gaat niet boven staan en zeggen dat ik het niet aankon. Ik kom daar ook.
Dus ik klom door, puffend, zwetend, maar vastbesloten.
Onderweg stuurde ik hem een berichtje: “On my way”
Hij antwoordde meteen: “Nee nee is nog ver en steil.”
Even later kreeg ik een foto van het uitzicht van boven. Wauw. Fenomenaal mooi.
Hij stuurde: “Ik kom terug”
En ik reageerde: “Wacht daar”
5 minuten later kwam ik boven... bezweet, rood hoofd, haren in de war, totaal niet sexy.
En hij met een grasprietje in zijn handen. Een ringetje, geknoopt van gras.
Hij keek me aan en vroeg: “Is het goed hier?”
Ik lachte, met tranen in mijn ogen: “Het is perfect.”
Hij ging op zijn knieën en vroeg of ik met hem wilde trouwen.
En daar, op dat houten platform met een fenomenaal uitzicht over de oceaan, na een klim die bijna m’n dood werd, zei ik ja.
Wij twee alleen, een grasringetje, en een moment dat voor altijd van ons is. Niet volgens het boekje, maar perfect voor ons.